De individuele begeleiding bestaat in eerste instantie uit een zeer uitgebreid intakegesprek van 1,5 uur (die tijd hebben we echt nodig!). Bij deze intake krijgen we inzicht in je gezondheid, huidige eetpatroon en leefstijl, en ga je naar huis met diverse eyeopeners/handige tips. Bij eventuele knelpunten krijg je tips mee waar je echt iets aan hebt. Je gaat dan ook direct aan de slag met alle puntjes op de i in jouw voedingspatroon. Want die nemen we natuurlijk uitgebreid door zodat je meteen resultaat ziet na de eerste week!
We gaan uiteraard ook even wegen (weegschaal tot 180 kilo), je vetpercentage en tailleomvang worden gemeten, en je BMI (Body Mass Index), lichaamswater, spiermassa, buikvet en ruststofwisselingsniveau wordt bepaald. Het is erg prettig om te weten of hoe jouw stofwisseling goed draait, of dat je – bij wijze van spreken – al dik wordt van een glas water. Uiteraard bespreken we je wensen en verwachtingen over je streefgewicht. Voor de eerste week krijg je een uitgebreide informatiemap mee. Indien je dat leuk vindt, krijg je ook meer dan 100 slanke recepten.
Hierna volgen wekelijkse consulten. Deze consulten zijn nodig om je uitgebreid te adviseren en een dagmenu afgestemd op jouw voorkeuren/afkeuren te maken. Bij elk consult bespreken we een onderwerp op maat (bijv. emotie-eten, aanleren van gewenst eetgedrag, omgaan met eetbuien, vakantie- en uit eten tips, etiketten lezen, welke gebakjes kun je het beste eten (ja ook dat mag best af en toe), te weinig eten, suikerverslaving, alles over vet en vetarme bereidingsmethoden, etc.). Ik heb meer dan 150 onderwerpen om uit te kiezen en ik beantwoord tevens al je vragen.
Na de eerste 5 consulten van 30 minuten stappen we over naar wekelijkse consulten van 20 minuten, hetgeen kostentechnisch ook weer iets aantrekkelijker is. Als we 3 maanden verder zijn, laat ik graag de keuze aan jou of je liever wekelijkse vervolgconsulten wilt (houd je scherp), of om de week (als je maar niet gaat calculeren zo van: “Deze week hoef ik niet heen, dus ik kan wel iets royaler zijn, en dan maak ik het de volgende week wel weer goed…” – nee dat gaat niet werken!), net zolang tot jij tevreden bent.
MET MIJ LUKT HET WÉL! Want:
Kerntaak
Het geven van voedings- en bewegingsadviezen en het coachen en begeleiden van gezonde mensen met gewichtsproblemen.
Neventaak
Het voorkomen van gewichtsproblemen door het geven van voorlichting over voeding en beweging.
Dat betekent…
Leren verantwoorde keuzes op het gebied van voeding te maken.
Achtergrond
Bijna iedereen is geschikt om te worden begeleid door een gewichtsconsulente. Een voorwaarde voor de begeleiding door een gewichtsconsulente is dat er geen medische oorzaken aan het overgewicht ten grondslag liggen.
Als gewichtsconsulente begeleid ik:
Mensen die ik niet behandel zijn: *
* Deze personen adviseer ik contact op te nemen met de huisarts of de diëtiste.
Ik zit lekkerder in mijn vel, heb weer energie en het sporten zie ik nu niet meer als ‘moeten’ maar willen.
Misverstand 1: Het ontbijt overslaan
Raar maar waar: wie wil afvallen, mag vanaf vandaag geen ontbijt meer missen. Veel mensen denken dat ze daarmee calorieën besparen. Het tegendeel is echter waar. Na een nacht slapen, heeft het lichaam behoefte aan voedsel. Als je niet ontbijt, wordt de behoefte aan eten zo groot dat je in de loop van de morgen gaat snoepen en snacken en zodoende veel meer binnen krijgt dan met een gezond ontbijt.
Misverstand 2: Lijners moeten héél veel drinken
Je lichaam heeft per dag zo’n anderhalve liter vocht nodig om de stofwisseling goed te laten verlopen. Ben je aan het afvallen, drink dan iets meer. Twee liter (dat is inclusief koffie, thee, melk en zelfs soep) is voldoende en voert de afvalstoffen goed af. Meer drinken is niet nodig.
Misverstand 3: Hongeren moét!
Lijnen is niet hetzelfde als ‘honger hebben’. Als je drie maaltijden per dag gebruikt en twee à drie tussendoortjes neemt, hoef je echt geen honger te hebben en kun je toch afvallen. Hou je dus aan dat ritme. De fout die veel lijners maken, is dat ze overdag weinig eten om hun gewicht in de gaten te houden, maar dan op een gegeven moment bijna flauwvallen van de honger. Dát is het moment dat je snel in de fout gaat met snacks en hapjes.
Misverstand 4: Ik heb het van mijn moeder
Overgewicht zit voor een gedeelte ‘in de genen’, maar de rol van erfelijkheid wordt vaak overschat. Dik zijn is een keuze. Als je mollige ouders hebt, heb je weliswaar 30 % kans ook aanleg te hebben tot overgewicht, maar dat betekent niet dat je ook dik hoeft te zíjn. Juist als je weet dat het in je familie zit, kun je je eet- en beweegpatroon hierop aanpassen. Te dik zijn is vaker te wijten aan je manier van leven en de eetpatronen die je van je ouders overneemt, dan dat het een erfelijke kwestie is.
Valkuil 1: Alleen aan afvallen denken
Als je alleen maar calorieën telt en denkt aan wat je allemaal niet mag eten, is de kans groot dat het mis gaat. Mijn advies: eet voldoende tijdens de drie maaltijden en bespaar niet op brood, groentes en aardappelen. Dat zijn geen dikmakers zoals veel mensen denken. Ze geven je een verzadigd gevoel waardoor je minder behoefte hebt aan zoete en vette tussendoortjes. Daarnaast geldt: wees niet te streng. Je mag jezelf best eens verwennen met iets lekkers, mits met mate. Twee dropjes dus in plaats van een hele zak en een klein glas wijn in plaats van een halve fles.
Valkuil 2: Emotie-eten
Eten uit onvrede, eenzaamheid of vanwege stress noemen we ‘hoofdhonger’. Vooral vrouwen eten nogal eens hun problemen weg. Eten vanuit hoofdhonger maakt dik: het is immers niet je lichaam dat zegt dat het tijd is voor voedsel. Als je een emotionele eter bent, is het belangrijk je daarvan bewust te zijn, want alleen dan kun je er iets aan doen.
Tips:
Dit mag altijd!
Neem liever…